30/8 Morning Walk, Edith Falls, oorlogsverhalen en Charlie

30 augustus 2018 - Katherine, Australië

6:00 AM - De wekker gaat af. Doen we het of doen we het niet?

Gordon stelde gisteren nog voor om vandaag een fikse ochtendwandeling te maken en vanaf een lookout naar de zonsopgang te kijken. Geen verplichting maar als we mee willen, moeten we klaar staan.

Martine en Bernard zien dat niet zitten en kiezen voor uitslapen.

Uiteindelijk besluiten wij het toch te doen: de wandeling!

Om 6:25 schiet Gordon als een raket uit de startblokken. Ik moet haast lopen om hem bij te houden. Na een tijd volgt een fikse klim. Dat doen we toch liever op ons tempo. Gordie is er blijkbaar gerust in en blijft flink doorstappen, daarna volgt nog een tweede steile klim en Gordie is spoorloos. We blijven dan maar alleen stappen. Ondertussen krijgt de hemel kleur en zien we even later de zon opkomen. De lookout hebben we net niet bereikt maar op het punt waar wij staan, kunnen we toch mooie foto’s nemen. Wat verder bereiken we de lookout en vandaar uit kijken we naar de andere kant van de ‘berg’ waar er zelfs geen zonsopgang zou te zien zijn. We staan hier nu boven de eerste kloof van de Katherine River, dus waar we gisteren gevaren hebben. We hebben ook een wijds uitzicht over de bush. Daarna begint de afdaling over grote rotsblokken. Gelukkig is er hier en daar een reling voorzien. Het zweet breekt mij efkes uit. Een uitdaging voor mijn knieën maar op het gemak en zonder kleerscheuren geraken we beneden. Gordie zit al aan de ontbijttafel als wij in de lodge aankomen. Snel een douchke en verse kleren (we zijn doorweekt), valiezen dicht, richting ontbijt en on the road again voor de laatste dag van onze vijfdaagse.

Eerste halte voor vandaag is Knotts Crossing: een oversteek naar de andere kant van de oever. Dit is ook de plaats waar het oorspronkelijke dorp Katherine opgericht werd, vandaar de noodzakelijke oversteek. Nu is hier nog minimale bewoning aanwezig. Er stroomt weinig water door de rivier, dus de oversteek is nu te doen. In de ‘wet season’ is die oversteek onmogelijk, loopt alles onder en ja, dan komen zelfs de salties tot hier. 

We rijden verder richting Edith Falls: nu ja, Falls, what’s in a name. De Fall stelt ook hier niet veel voor maar de ‘pool’ is wel een mooi plekje om een zwemmeke te doen en vooral wat afkoeling te zoeken want de temperatuur klimt alweer naar 35°.

Ook Martine en Bernard wagen zich aan een zwemmeke, ttz. Bernard zwemt een rondje mee. Martine houdt het bij letterlijk pootje baden en verdwijnt al snel richting kleedhokje. Per toeval maken we met het nemen van een foto een kopie van de Mermaid van Kopenhagen maar dan op Australische bodem. Als ik mij daar op die rots installeer, ziet de foto er net iets anders uit.  Direct richting prullenmand. We krijgen wel toestemming van het meisje om de foto te behouden en te publiceren. Haar vriend heeft er ook eentje gemaakt en die is bijlange niet zo mooi. Even delen via AirDrop. Voor wat hoort wat.

De lunch nemen we in Pine Creek. We installeren ons met onze picknick in het park. Pine Creek is een vroeger mijnwerkersdorpje. De ‘huizen’ zijn allesbehalve verzorgd. Hier wonen nu veel Aboriginals. Ook zij zoeken de schaduw op van de bomen voor hun middageten. De kindjes en de meeste van de volwassenen lopen hier rond op blote voeten alsof het tapijt is. Die voetzolen moeten zowat gevoelloos zijn.

Na de lunch zetten we koers richting Darwin en verlaten het Nitmiluk NP. Bobo! We kunnen flink doorrijden en het verkeer wordt drukker maar ook dat stelt eigenlijk nog niets voor.

Volgende halte is het Military Cemetery in Adelaide River. Darwin heeft in WOII serieus te lijden gehad onder de bombardementen: 64 bommenraids door de Jappen. Het leger trok zich iets landinwaarts terug omdat ze dachten dat ze hier beter beschermd zouden zijn. Aussies en Kiwi’s spreken met het grootste respect over de gesneuvelden. Er is een mooi Visitor Centre. Maar onze begraafplaatsen in de Westhoek zijn meer indrukwekkend.

Er zijn tamelijk wat bezoekers op het kerkhof en we worden als ‘strangers’ aangesproken. Ze kennen allemaal Ieper en onze kerkhoven en raar maar waar, de meeste zijn er ook geweest. Ze reizen naar Europa maar zijn op de meeste plaatsen in hun eigen land nog niet geweest.

Daarna heeft Gordon nog een ‘verrassing’ voor ons maar of die zo verrassend is? Wie de film Crocodile Dundee zag, herinnert zich misschien dat een buffelstier ook een rol had in de film. Charlie (de stier) werd hier na de opnames van de film een echte ster. Een hoteleigenaar kocht hem voor veel geld en sloeg er verder munt uit door iedereen te doen betalen die Charlie wilde zien. Na vele jaren legde Charlie het loodje en zaten ze met een probleem want ze wilden hem blijven herinneren. Nu prijkt een opgezette Charlie in de bar van het Adelaide River Hotel. Wel ja, een real beauty is het niet maar hij heeft toch een uitzonderlijk stel horens. Over zijn onderstel spreken we ons niet uit.

Iets later rijden we Darwin City binnen en is het tijd om afscheid te nemen van onze fantastische gids en chauffeur. We hebben net geen 1600 km op de teller. Hij heeft zijn werk meer dan voortreffelijk gedaan. Zonder hem waren we nooit zoveel te weten gekomen over deze uitgestrekte, desolate maar bijzonder mooie, ruwe regio. Gelukkig is het land hoofdzakelijk NP en werelderfgoed en zal dit in zijn natuurlijke staat behouden blijven.

Tijdens de ‘wet season’ moet het hier nog indrukwekkender zijn, vooral de watervallen dan. Maar die zijn dan bijna enkel via de lucht te bewonderen. Beneden overstromen de meeste gebieden. De hoeveelheid hemelwater die hier  dan dagelijks naar beneden komt is immens. De parken worden gesloten op enkele uitzonderingen na. Men weet echter nooit ‘when the storms come in’... De Aboriginals weten dat wel.

Merci, Gordie, dikke merci! 

Eens in het hotel is het back to reality. In een week tijd zitten we al met flink wat wasgoed. Een was dringt zich op gezien we een nieuwe tour voor de boeg hebben. Gelukkig hebben we een eigen wasmachine en droogkast. Martine is zo slim geweest om waspods mee te brengen van thuis.

Eten doen we bij de Italiaan Alfonsino’s. Het is een BYO (bring your own) restaurant; de mannen gaan nog vlug een flesje halen bij de bottleshop.

En daarmee zit ook deze dag erop.